Sinds november 2018 is de Kier in de Haringvlietdam operationeel. Voor een optimale ontwikkeling van dit milieu en de bijbehorende organismen is het van belang dat de Haringvlietdam zo vaak en zo lang mogelijk geopend is.

Een manier om dit te bereiken is het inzetten van de zogenaamde ‘Permanent Oostelijke Aanvoer’ (POA). De POA benadering houdt in dat het gemaal in de Hollandsche IJssel bij Gouda niet meer gebruikt hoeft te worden voor de inname van zoetwater. Hierdoor hoeft er minder rivierwater naar de Nieuwe Waterweg te worden gestuurd om zout water terug te dringen. Dit heeft dan tot gevolg dat meer rivierwater beschikbaar komt voor het Haringvliet waardoor de sluizen in de Haringvlietdam langer open kunnen blijven en minder vaak gesloten hoeven te worden.

Kroes Consultancy en Bureau Stroming hebben in opdracht van WNF de fysische en biologische effecten van het inzetten van de POA ten opzichte van de huidige situatie en het Kierscenario onderzocht. Hierbij zijn de volgende scenario’s onderscheiden:

  1. Huidig Kierregime: sluizen worden gesloten bij een Bovenrijnafvoer van 1.500 m3/s;
  2. Door de POA worden sluizen gesloten bij een Bovenrijnafvoer van 1.250 m3/s (‘POA 1’);
  3. Door de POA worden sluizen gesloten bij een Bovenrijnafvoer van 1.100 m3/s (‘POA 2’).

 

Meer informatie hierover is te vinden via:

http://edepot.wur.nl/462409